Voor een lage ronde cakevorm van 20cm diameter:
Begin een aantal dagen van te voren met het spijs. Vermaal de amandelen tot amandelmeel en meng met de witte basterdsuiker. Rasp driekwart van de schil van de citroen. Meng het geheel tot een compacte bal en leg in folie weg in de koelkast. Laat een aantal dagen rijpen, zodat de smaken bij elkaar komen.
Meng het zelfrijzend bakmeel, de bruine basterdsuiker en speculaaskruiden. Doe er een snuf zout bij. Snijd de roomboter in kleine stukjes en voeg 7 eetlepels melk toe. Kneed het geheel tot een mooie bal en leg in folie weg in de koelkast voor minimaal een uur, maar dit mag ook langer.
Kluts in een bakje een ei. Doe de helft hiervan bij de spijs en meng totdat er een smeuïge spijs ontstaat. Doe eventueel wat meer ei erbij, maar houd nog wel wat van het ei over voor straks.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet het bakblik in. Verdeel het deeg in twee delen, 2/3 en 1/3. Rol het grootste gedeelte deeg uit en bekleed de bodem en de zijkanten van het bakblik hiermee. Leg de spijs hier bovenop. Rol de tweede deegbal uit en bekleed de bovenkant van de taart ermee.
Doe een scheutje melk bij het overgebleven ei en kluts nogmaals door. Smeer de taart met het eimengsel in. Versier de taart met halve amandelen en smeer het geheel nogmaals in met het eimengsel.
Bak de amandelspijstaart af in 40-45 minuten. Haal pas uit het bakblik als de taart is afgekoeld.